Tayla (24) liet zich omscholen naar software-ingenieur: ‘De grootste cultuurnerd bleek toch best een goede programmeur te zijn.’

De stap naar de IT was niet de meest logische keuze voor Tayla van Ingen. Archeologie in eerste instantie wel; ze hield altijd al van ‘oude’ dingen. Haar vriend begreep er niets van, “maar als het haar gelukkig maakte moest ze het lekker doen.”

Archeologie was Tayla’s passie, en nu nog steeds wel een beetje. Na de universiteit in Groningen ging ze naar de universiteit in Southampton, een van de meeste vooraanstaande maritieme instituten ter wereld. “Ik zat precies waar ik moest zijn om waterarcheoloog te worden”, zegt Tayla. Ze kon al aan de slag bij meerdere werkplekken waarbij ze in een duikpak werd gehesen. Ze mocht duiken en scheepswrakken van de bodem van de oceaan onderzoeken. “Het was een soort Indiana Jones-beroep, echt een avontuur.” Hoewel ze veel plezier haalde uit die paar dagen per jaar dat ze dat mocht doen, zetten de lange onderzoeksdagen haar aan het denken.

Ze had daarbij erg last van het imposter syndrome: een interne ervaring waarin je denkt dat je minder competent bent dan anderen en waarbij je denkt dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt. “Iets voelde niet goed, ik werd moedeloos”, vertelt Tayla. Het klopte niet. De burn-out die daarna volgde bevestigde dat. Het voelde alsof alles opeens teveel werd. Dat gevoel werd zodanig versterkt, dat ze haar koffers weer had gepakt; ze ging halsoverkop terug naar Nederland om een jaar de tijd te nemen om zich te herpakken. Terug naar archeologie was geen optie, ‘wat moet ik nu met mijn leven gaan doen?’ dacht ze. Het was de psycholoog die ze toen sprak, die een gedachte in haar hoofd stopte die niet meer wegging. “Ik merk dat je graag puzzels oplost”, zei haar psycholoog. “En je werkt graag alleen. Heb je ooit een baan in de IT overwogen?” Dat was het moment waarop het allemaal begon.

Waarom is dit nog nooit eerder in haar opgekomen? Op de middelbare school moest ze al een definitief profiel kiezen en een hoop opties achterwege laten. “Het was óf natuurkunde en scheikunde, óf cultuur en maatschappij. Ik ging de cultuurkant maar op en dacht: dat ben ik gewoon, dat andere was niet aan mij besteed. Ik heb er nooit verder over nagedacht”, zegt Tayla. Maar toen haar psycholoog de IT noemde, raakte ze toch geprikkeld. Bovendien had ze niks te verliezen; ze had een bijbaantje bij Picnic om wat bij te verdienen en ze vond dat het nu wel tijd was voor iets nieuws.

Ze klopte aan bij Winc Academy, een onderwijscentrum dat mensen opleidt tot programmeur. Met een zesweekse opleiding van 40 uur per week zou ze het niveau kunnen halen om verder te gaan in de IT-wereld. “Ik dacht, ik wil dit eigenlijk gewoon gaan doen”, zegt Tayla. “Hoe kom je hier nou weer bij?” vroegen haar ouders eerst. Ze wisten hoe gek Tayla was op alles wat oud is, dit hadden ze niet verwacht. Het duurde niet lang voordat ze volledig achter haar stonden: “als jij er vertrouwen in hebt en het jou goed laat voelen, dan moet je het lekker doen.” Haar vriend sloot zich daarbij aan: “ik snap er helemaal niks van, maar doe maar. Als het jou gelukkig maakt, is dat het allerbelangrijkst.”

Daarnaast speelde ook de prijs nog een grote rol. “Je gaat namelijk niet zomaar 9000 euro uitgeven aan een opleiding als je er niet honderd procent zeker van bent dat je er echt iets mee gaat doen”, zegt Tayla. Ze vond het gevaarlijk. Gelukkig had Winc Academy daar een systeem op bedacht. Voor drie maanden lang moest ze elke week vijf sollicitaties opsturen. Als het lukt om een baan te krijgen, betaal je elke maand 60% van je brutosalaris terug aan de school (voor ongeveer anderhalf jaar). Als je niet op tijd een baan vindt, krijg je de opleiding van hen. “Ik vond het fijn dat ze zo meedachten”, vertelt Tayla. “De moed zonk me op een gegeven moment in de schoenen, maar na 30 sollicitaties ben ik benaderd door de directeur van het bedrijf waar ik nu werk. Een echte grotemensenbaan.”

Ondertussen is ze nu al bijna een jaar werkzaam als junior front-end developer bij QFact, een klein en jong bedrijf. “Ik heb het gevoel alsof ik de jackpot gewonnen heb met deze baan. Ik heb echt geluk gehad dat ze míj hebben gevonden”, zegt Tayla. Dagelijks is ze bezig met de voorkant van webpagina’s en applicaties; puzzels oplossen en kleine stapjes maken om zelf iets te bouwen. Uiteindelijk wil ze zich ook meer verdiepen in de back-end development, dus de achterkant van een website of applicatie, “en daar krijg ik ook echt de ruimte voor bij QFact. Ze geven me de kans om me verder te ontwikkelen in welke richting dan ook. Dat is echt geweldig.”

Een fijne baan, een nieuwe hobby en het begin van een echte volwassen carrière: Tayla zit helemaal op haar plek. Toch mist ze de archeologie soms nog wel. Dat de IT gaat combineren met archeologie, dat weet ze zeker: “daar zijn ze zelfs al mee bezig. Er moet zoveel gedigitaliseerd worden; er zijn veel databases die moeten worden opgezet en daar is dan weer een programmeur voor nodig. Ik denk zelfs dat dat alleen maar meer gaat worden. Hopelijk ben ik in de toekomst in het midden te vinden en kan ik wat van beide doen.”

Als laatst wil ze anderen nog meegeven om je niet te beperken tot één specifieke richting: “ik dacht zelf eerst ook ‘ik ben cultuur, geschiedenis en maatschappij’, de rest is niet aan mij besteed. Dat is gewoon niet waar. Er kan zo’n overlap zitten tussen cultuur en IT. Twijfel er dus niet aan of je ‘bèta’ of technisch genoeg bent en neem gewoon de stap.”

Platform Oost 2021